woensdag 24 augustus 2011

Sorry, ik kan u echt niet helpen

Naar aanleiding van mijn blog over gemelde problemen bij de belastingdienst heb ik inmiddels diverse reacties gehad en ook in de media is er de nodige aandacht aan besteed.
Ik heb daarom besloten om daadwerkelijk een Paarsboek te gaan maken met de verwachting dat de inbreng van de Goudse burgers zal bijdragen aan de kwaliteitsverbetering bij de belastingdienst. Ik sluit overigens niet uit dat er ook zaken bij de gemeente Gouda niet goed gaan, maar dat zal uit de reacties die ik t.z.t. zal krijgen wel blijken.

Blijft u alstublieft reageren, want hoe meer reacties ik krijg, des te beter kan ik me een beeld vormen over hoe het met de dienstverlening van de belastingdienst is gesteld.

Hieronder een reactie die ik deze week ontving:

"Eind februari heb ik bezwaar gemaakt tegen de door het BSGR opgelegde aanslag Waterschapsbelastingen. Daarvoor heb ik het standaard meegestuurde Reactieformulier gebruikt. Een maand later volgde de ontvangstbevestiging, gedateerd 25 maart.

Sindsdien blijft het stil.

Op 20 juni heb ik een email gestuurd naar het emailadres dat op de ontvangstbevestiging werd vermeld.

Geen reactie.

5 Juli heb ik de telefoon maar eens gepakt om te vragen hoe ver ze er mee zijn. De dame die ik aan de telefoon kreeg antwoorde als volgt: "Ik heb werkelijk geen enkel idee mevrouw, er zijn 19.000 Reactieformulieren ontvangen, het is gewoon heel veel werk."

Waarop ik vroeg: "Maar je kunt toch wel ergens in jullie systeem zien wat de status is?"
Haar reactie was: "Nee, sorry, ik kan u echt totaal niet helpen."

Uiterst vreemd.

Dus ik reageerde: "Ja sorry hoor, maar daar neem ik gewoon geen genoegen mee!"
BSGR: "Dan adviseer ik u een klacht in te dienen. U kunt uw klacht richten aan het emailadres dat u eerder heeft gebruikt"

Juist. Het emailadres waarop eerder dus niemand reageerde.....

Ongelooflijk. Inmiddels zijn we al weer anderhalve maand verder en ik wacht nog steeds. En ondertussen betaal je natuurlijk gewoon elk maand je bedrag.

Succes met het Paarsboek, ik ben benieuwd wat er uit komt."

woensdag 10 augustus 2011

Zooitje bij de belastingdienst?

Onvrede over Belastingsamenwerking Gouwe–Rijnland (BGR)



Sinds dit jaar worden de gemeentelijke belastingen geïnd door de BGR i.p.v. door de gemeente zelf. De gemeenteraad heeft enige tijd geleden tot die samenwerking besloten vanuit het oogpunt van efficiëntie en kostenbesparing en het zou niet leiden tot kwaliteitsverlies.

Er gaan echter geluiden rond dat het allemaal niet zo goed verloopt en onlangs heeft Marianka Peters daar ook een bijdrage over geschreven in FF Tussendoor op 27 juli jl. in de Goudse Post.

Een Goudse bewoner heeft mij nu ook een concrete casus aangereikt die er niet om liegt en ik ben nu erg benieuwd in hoeveel fouten er nu worden gemaakt en van welke aard.
Er was destijds namelijk toegezegd dat de kwaliteit van de dienstverlening niet zou leiden onder de samenvoeging, sterker: het zou er alleen maar beter en efficiënter van worden.
Als dit niet het geval blijkt te zijn, hebben we een punt om op te pakken!
Graag ontvang ik naar aanleiding van deze blog concrete reacties en bij voldoende reacties komt er dan na het Groenboek en het Witboek binnenkort het Paarsboek.

Nu dan de casus, die wel op een soap lijkt:

“Mijn WOZ aanslag 2011 is door de BGR vastgesteld op de tarieven wat van toepassing is voor bedrijven i.p.v. voor een woonhuis. Dat houdt in dat ik in een hoger tarief val en ook nog wordt aangeslagen voor het Ondernemersfonds.
Concreet: mijn aanslag is circa € 388,- hoger dan vorig jaar terwijl de waarde van mijn huis enkele procenten lager is vastgesteld. Nu kan ik mij voorstellen dat er enige verwarring kan zijn omdat in het bestemmingsplan mijn huis is aangegeven als zijnde op de begane grond een bedrijfsruimte met woonruimte op de verdieping. De situatie in de praktijk is dat ik de begane grond gebruikt voor het parkeren van onze auto's en geen bedrijf hebt en bij de KvK op mijn woonadres ook geen bedrijf is ingeschreven. Wij wonen uiteraard op de 1ste en 2de verdieping. Anderzijds ben ik door de gemeente Gouda in het verleden nooit op deze wijze aangeslagen dus het is bekend!"

Ik kan digitaal geen bezwaar maken

"Maar goed, zo’n fout kan voor de eerste keer gebeuren en ik heb vervolgens een bezwaarschrift ingediend. De BGR geeft de mogelijkheid om digitaal een bezwaarschrift in te dienen. De BGR geeft op haar site diverse keuzemogelijkheden waarop je kan aangeven wat de inhoud is van het bezwaar. Op het moment dat ik de aanslag ontving moet je binnen 6 weken een bezwaar indienen. In die periode bleek dat voor het type bezwaar dat ik had het nog niet mogelijk was een digitaal bezwaarschrift in te dienen. De mogelijkheid zou voor eind maart beschikbaar zijn en dat viel nog in de periode dat je bezwaar kon aantekenen. Toen het eind maart nog steeds niet mogelijk bleek heb ik mijn bezwaarschrift schriftelijk ingediend, op zich geen probleem maar…. als je nu op de site kijk dan kan dat nog steeds niet digitaal en we zijn toch inmiddels in augustus aanbeland."

Waar blijft de ontvangstbevestiging?

“Het tweede punt wat ik heb is dat ik ruim 2 maanden heb moeten wachten op een ontvangstbevestiging. Al die tijd heb ik dus geen zekerheid gehad of mijn bezwaarschrift überhaupt was aangekomen."

Voorlopige aanpassing te hoge aanslag met slechts € 40,00

"Ik had in mijn bezwaarschrift tevens gevraagd om een voorlopige verlaging van de aanslag met € 180,- dus ruim binnen het bedrag wat ik zelf had uitgerekend. In juni kreeg ik een 2e reactie van de BGR waarin men wederom aangaf dat mijn bezwaar in goede orde was ontvangen maar dat een definitief besluit nog wel even op zich kan laten wachten, op basis van mijn verzoek kan ik ondertussen de aanslag met € 40,- verlagen. Afgezien dat dit behoorlijk afwijkt van mijn verzoek werd er nog wel aan toegevoegd dat indien het bezwaar ongegrond werd verklaard en ik alsnog de resterende € 40,- moet betalen hier ook nog rente over wordt berekend. Over een rentevergoeding indien teveel is betaald wordt met geen woord gerept."

Bedrijfsafval en dwangbevel

"Na een lange stilte ontving ik begin augustus van de BGR een formulier m.b.t. bedrijfsafval. Dit is een formulier die ik tot nu toe ook jaarlijks van de gemeente Gouda ontving en waarin wordt gevraagd of ik bedrijfsafval in het voorgaande jaar heb laten afvoeren en zo ja om welke hoeveelheden het dan gaat. Tevens wordt gevraagd of voor het lopende jaar sprake is van veranderingen. Ook dit heeft weer te maken met de bestemming van de begane grond van mijn woonhuis.

De BGR gaat anders te werk...Ik had in het begin dit jaar trouwens al een formulier van de gemeente ontvangen die ik heb ingevuld en geretourneerd. Maar nu heb ik van de BGR dus wederom een formulier ontvangen maar die is toch wat anders van opzet.
De vragen zijn gelijk, maar de BGR stelt dat ik op straffe van een dwangbevel het formulier binnen 4 weken moet retourneren.
Ze sturen zo’n formulier midden in de vakantieperiode en ook nog eens op een toon die alle perken te buiten gaat, terwijl zij burgers maanden laten wachten op een antwoord.

Dat de gemeente diensten door derden laat verrichten vind ik prima maar ik ben van mening dat de burger hier niet de dupe van hoeft te zijn of anders gezegd dat je als burger niet eens zou moeten merken wie de dienst verricht of er moet sprake zijn van een kwaliteitsverbetering van de dienst.
Ik ben van mening dat met de dienstverlening van de BGR geen sprake is van een kwaliteitsverbetering, integendeel zelfs. Natuurlijk is dit het eerste jaar dat de BGR de dienst heeft overgenomen maar ik vraag mij wel af of ze voldoende waren voorbereid op het uitvoeren van deze dienst. Ik heb dat in ieder geval niet gemerkt of kunnen vaststellen gelet bovenstaande."

Hoe deze geschiedenis gaat aflopen blijft nog even ongewis, maar dat er nog vervelende kinderziektes zijn is wel duidelijk. De bedrijfsprocesssen zullen bij BGR in rap tempo moeten verbeteren!

donderdag 4 augustus 2011

Vechtsport voorkomt agressie


Vandaag is er de nodige ophef ontstaan – Wilders heeft zelfs Kamervragen gesteld - over een bericht van de gemeente Gouda dat zij een overeenkomst heeft gesloten met het Nederlands instituut voor Vechtsport en Maatschappij om twee sportverenigingen in Gouda op te leiden om het probleemgedrag van risicojongeren aan te pakken.

Deze stap maakt onderdeel uit van het Integraal Veiligheidsbeleid van de gemeente dat twee sporen kent: Grenzen stellen en perspectief bieden. “In het kader van Grenzen stellen voert de gemeente met de politie een pakket aan repressieve maatregelen om stevig op te treden tegen overlast. Gebiedsontzeggingen en cameratoezicht zijn daarvan bekende voorbeelden.
Naast de repressieve aanpak wil de gemeente ook voorkomen dat mensen in probleemsituaties terecht komen. Dat doet de gemeente door perspectief te bieden. Bekende voorbeelden van die preventieve aanpak zijn de verlengde schooldag, de gezinsmanagers of sport- en welzijnsactiviteiten voor jongeren.”

Het bieden van vechtsportlessen wordt een onderdeel van die preventieve aanpak. In Gouda Oost wordt deze activiteit overigens al enige tijd aangeboden.
Door het sporten leren jongeren structuur, sociale vaardigheden en weerbaarheid.

Velen hebben op z’n minst vraagtekens bij deze aanpak, maar het is de vraag of dat terecht is. Al jarenlang is bekend dat vechtsporten agressie voorkomen en daar hoor ik in de reacties bitter weinig over.
Natuurlijk kan je je afvragen of een doelgroepenbeleid nog wel kan en of de communicatie over dit initiatief niet anders had gemoeten, maar laten we ons hoeden voor lichtzinnige reacties!

1. Uit onderzoek (Mulier Instituut:“Beloften van Vechtsport”, oktober 2010) blijkt volgens de gemeente Gouda, dat vechtsport – mits goed begeleid- bijdraagt aan het beteugelen van agressie en een positieve invloed heeft op de weerbaarheid en persoonlijke groei.

2. Inzet van deze sportactiviteiten zijn in diverse andere steden succesvol.

3. In het kader van het programma “Waarden en Normen in de Sport”, welke onder regie van NOC*NSF medio 2001 is afgesloten, is door vechtsporter en onderzoeker prof. Dr. Marc Theeboom van de vrije Universiteit Brussel onderzoek gedaan naar de effecten van vechtsportbeoefening onder jongeren. In tegenstelling tot het algemene vooroordeel dat vechtsporters agressie in de hand zou werken, bleek uit het onderzoek juist het tegenovergestelde. Het onderzoek was unaniem in de uitkomst dat het beoefenen van vechtsport van sterke invloed is op de mentale weerbaarheid van jongeren, waardoor er in conflictsituaties juist minder fysieke confrontatie werd gezocht. Daarnaast blijkt, doordat vechtsporten bijdragen aan de mentale weerbaarheid van kinderen, een bedreigende situatie zich minder snel ontwikkeld tot een fysieke confrontatie.
Verder bleek ook uit het onderzoek dat de trainer in grote mate bepalend is voor de wijze waarop vechtsport door jongeren wordt beleefd.

4. In Nl.odemagazine.com schrijft Sophie Denis in 1996 (!!) een bijdrage onder de titel “Vechten zonder agressie”. Ze schreef in het online magazine Ode over de herkomst van de Oosterse vechtsporten (vooral uit Japan) en het onterechte negatieve stempel dat aan de sporten kleeft. Met dat stempel maakt ze korte metten: “Het beoefenen van vechtsport is niet een oefening in geweld, maar een oefening in zelfbeheersing. In luisteren naar de ander. Het is een training van lichaam en geest, waardoor je uitstekend leert omgaan met het geweld in jezelf en in je omgeving.” Denis ziet vechtsporten juist als een remedie tegen geweld.

Wat mij betreft moeten we dit initiatief een kans geven, maar hoge eisen stellen aan de kwaliteit van de trainer.
Hij is namelijk verantwoordelijk voor het overbrengen van normen en waarden, die onlosmakelijk met de vaak traditionele vechtsporten zijn verbonden. Uit onderzoeken blijkt dat veel trainers op dat gebied prima functioneren. Veel trainers zien duidelijk meer pedagogische en opvoedende taak voor zich weggelegd, dan louter het
aanleren van technieken. Hieruit blijft de meerwaarde van de oosterse vechtsporten ten opzichte van andere meer prestatieve sporten.

Het vooroordeel over vechtsporten berust op een misverstand, zeker daar waar het de traditionele oosterse vechtsporten betreft en daar waar een club goede kwaliteit biedt.