Deze week heeft de verkenner Hans Andersson zijn advies uitgebracht over de vorming van een nieuw college in Gouda. Dit advies is gebaseerd op twee gespreksrondes met alle fracties in Gouda. Zijn advies luidt om de vorming van de volgende coalitie ter hand te nemen: D66 - PvdA - Gouda Positief - ChristenUnie en CDA.
Hieronder het verslag van de verkenner:
Op woensdag 17 augustus jl. hebben de griffier en ik met 11 fracties uit de gemeenteraad nadere
gesprekken gevoerd in de tweede ronde van mijn onderzoek.
De dag ervoor hebben we, vanwege een al eerder geplande vakantie, met de VVD een gesprek gehad. De fractievoorzitters hebben tevoren met de deelname van de griffier ingestemd.
De gesprekken zijn door alle fracties voorbereid aan de hand van de vier gestelde vragen:
- over de meest wenselijke samenstelling van het nieuwe college,
- over de inhoudelijke programmapunten,
- over de condities voor welslagen van een college en
- over het moment waarop een politieke formateur aan de slag kan.
In de gesprekken wordt door de meeste fracties eerst gereageerd op mijn analyse naar aanleiding van de gesprekken in de eerste ronde.
Naast instemming en bijval is er ook kritiek. Bij Gouda Positief is er teleurstelling, men mist de nuance en daardoor is de analyse eenzijdig vindt die fractie.
De fractie van GroenLinks herkent zich ook het minst in het deel van de analyse gewijd aan Gouda Positief.
D66 vraagt waarom ik niet ben ingegaan op het innovatieve karakter van de in 2014 gevormde coalitie.
De samenstelling van deze coalitie was, in de politieke geschiedenis van Gouda, volstrekt nieuw. En waarom heb ik niet ook laten zien welke goede resultaten de samenwerking tussen D66-PvdA-GoPo-VVD-GL opleverde.
Waarom, vragen de fracties van Gouda Positief en GroenLinks, is de rol van de VVD in het ontstaan van de crisis niet scherper benoemd.
Ik zeg er thans slechts het volgende over:
"Elke fractie heeft zijn eigen bestuurlijke waarheid en bepaalt die op basis van zijn ideologie en beoordeling van de situatie.
De crisis was voor de meeste betrokkenen totaal onverwacht. De in Gouda uit de hand gelopen politieke gebeurtenissen leidden tot een democratisch onbestaanbare bestuurlijke situatie.
Een onderzoek daarnaar roept dieper gelegen emoties en sentimenten uit het verleden op. Daar zul je vanuit een gezamenlijke politieke verantwoordelijkheid een nieuw antwoord op moeten vinden.
Dat antwoord moet bestuurlijk rationeel kloppen en rekening durven houden met de naar boven gekomen gevoelens en emoties."
Contouren voor een nieuw college: verschillende percepties
Eén oplossing voor de samenstelling van een nieuw college van B&W waar alle fracties het over eens zijn – zo bleek mij in de 12 vraaggesprekken – is er niet. Dat hoeft ook niet in een politieke arena.
D66-PvdA-GoPo-GL willen eigenlijk het liefst door en zien het belang om het CDA en/of de ChristenUnie uit te nodigen voor deelname in het college.
De ontstane bestuurscrisis heeft echter zijn prijs en dat betekent mijns inziens dat er voor de vorming van een nieuwe stabiele coalitie aan vier soorten eisen zal moeten worden voldaan:
De dag ervoor hebben we, vanwege een al eerder geplande vakantie, met de VVD een gesprek gehad. De fractievoorzitters hebben tevoren met de deelname van de griffier ingestemd.
De gesprekken zijn door alle fracties voorbereid aan de hand van de vier gestelde vragen:
- over de meest wenselijke samenstelling van het nieuwe college,
- over de inhoudelijke programmapunten,
- over de condities voor welslagen van een college en
- over het moment waarop een politieke formateur aan de slag kan.
In de gesprekken wordt door de meeste fracties eerst gereageerd op mijn analyse naar aanleiding van de gesprekken in de eerste ronde.
Naast instemming en bijval is er ook kritiek. Bij Gouda Positief is er teleurstelling, men mist de nuance en daardoor is de analyse eenzijdig vindt die fractie.
De fractie van GroenLinks herkent zich ook het minst in het deel van de analyse gewijd aan Gouda Positief.
D66 vraagt waarom ik niet ben ingegaan op het innovatieve karakter van de in 2014 gevormde coalitie.
De samenstelling van deze coalitie was, in de politieke geschiedenis van Gouda, volstrekt nieuw. En waarom heb ik niet ook laten zien welke goede resultaten de samenwerking tussen D66-PvdA-GoPo-VVD-GL opleverde.
Waarom, vragen de fracties van Gouda Positief en GroenLinks, is de rol van de VVD in het ontstaan van de crisis niet scherper benoemd.
Ik zeg er thans slechts het volgende over:
"Elke fractie heeft zijn eigen bestuurlijke waarheid en bepaalt die op basis van zijn ideologie en beoordeling van de situatie.
De crisis was voor de meeste betrokkenen totaal onverwacht. De in Gouda uit de hand gelopen politieke gebeurtenissen leidden tot een democratisch onbestaanbare bestuurlijke situatie.
Een onderzoek daarnaar roept dieper gelegen emoties en sentimenten uit het verleden op. Daar zul je vanuit een gezamenlijke politieke verantwoordelijkheid een nieuw antwoord op moeten vinden.
Dat antwoord moet bestuurlijk rationeel kloppen en rekening durven houden met de naar boven gekomen gevoelens en emoties."
Contouren voor een nieuw college: verschillende percepties
Eén oplossing voor de samenstelling van een nieuw college van B&W waar alle fracties het over eens zijn – zo bleek mij in de 12 vraaggesprekken – is er niet. Dat hoeft ook niet in een politieke arena.
D66-PvdA-GoPo-GL willen eigenlijk het liefst door en zien het belang om het CDA en/of de ChristenUnie uit te nodigen voor deelname in het college.
De ontstane bestuurscrisis heeft echter zijn prijs en dat betekent mijns inziens dat er voor de vorming van een nieuwe stabiele coalitie aan vier soorten eisen zal moeten worden voldaan:
- Er zullen nieuwe verbindingen tot stand moeten worden gebracht tussen de tot heden bestaande coalitie- en oppositiepartijen
- Er zal een getalsmatig ruime meerderheid in de raad moeten kunnen worden gevormd, gebaseerd op stabiele coalitiepartners
- Zoveel mogelijk politieke stromingen, waaronder ook de lokale partijen, zullen in het college vertegenwoordigd moeten zijn
- Er zullen programmatisch inhoudelijk en qua bestuursstijl in een nieuwe coalitie nieuwe bestuursafspraken moeten worden gemaakt.
“Streef in een open proces naar een college met ook nieuwe partijen en enkele nieuwe mensen op de
wethoudersposities”, zo concludeerde ik in mijn eerste bevindingen.
Gezien de uitkomst van de gesprekken in de tweede ronde is dit mogelijk.
CDA en ChristenUnie zijn, onder nieuwe programmatisch inhoudelijke en politiek procesmatige voorwaarden, bereid te gaan deelnemen in een nieuw college.
Deze partijen zien D66 en PvdA als basis voor continuïteit. Zij zijn ook bereid tot nadere gesprekken met GoPo. Om te bekijken of er met elkaar een voldoende vertrouwensbasis voor samenwerking in een nieuwe coalitie is te vinden.
De meeste kleinere partijen uit de voormalige oppositie SGP - 50+ - GBG – SP – PvdD steunen deelname van de twee christelijke partijen CU en CDA.
Deelname van GroenLinks aan zo’n college met een mix van bestaande en nieuwe partijen levert héél verschillende percepties op.
GroenLinks
D66-PvdA-GoPo zien graag een college met GL erin, hoewel eenieder beseft dat een nieuw coalitie met 6 partijen niet moet leiden tot ook 6 wethouders. Na de bestuurscrisis is naar de bevolking van Gouda niet uit te leggen dat de kosten van het dagelijks bestuur van de gemeente weer met 100.000 euro zouden moeten toenemen.
CDA-CU-SP-VVD-SGP-G50+-GBG zien geen noodzaak tot deelname van GL, omdat het getalsmatig maar om 2 zetels gaat en ideologisch de PvdA op links een voldoende sterke bestuurlijke rol vervult. Enkele van deze partijen geven als argumentatie dat ze de bestuurlijke bijdrage van GL in het afgelopen college niet sterk vonden.
VVD
Objectief is een feit dat, als de VVD in een nieuw college niet terugkeert op de rechterflank, deelname van GL op links minder noodzakelijk is om in het college zelf een bestuurlijk evenwicht te creëren. Gezien de aanleiding voor de crisis en de eigen keuze van de VVD om deelname aan de vorige coalitie op te zeggen, ligt het niet voor de hand dat de VVD nu weer mee zou gaan doen.
Veel partijen geven echter aan dat, mocht dit nodig zijn, zij er geen doorslaggevend bezwaar tegen hebben als er met de VVD opnieuw over deelname in het college zou worden gesproken.
Als er programmatisch inhoudelijk goede nieuwe bestuursafspraken kunnen worden gemaakt én als er in een open proces van coalitievorming een nieuwe samenstelling van een college tot stand komt, moet het mogelijk zijn dat meerdere partijen uit de raad het college gedoogsteun verlenen. Inhoudelijk moet een dergelijk college die programmapunten dan duidelijk agenderen en waarmaken.
En op markante momenten vraagt het ook de juiste wisselwerking tussen college en raad, de gedoogfracties moeten dan een wezenlijke invloed hebben op het dagelijks bestuur.
Alternatieven
In de hier geschetste contouren van een nieuw college lijkt het alsof er maar één en de beste samenstelling naar voren komt. Hoezeer dat in beginsel ook zo is, er zijn alternatieven.
Gezien de uitkomst van de gesprekken in de tweede ronde is dit mogelijk.
CDA en ChristenUnie zijn, onder nieuwe programmatisch inhoudelijke en politiek procesmatige voorwaarden, bereid te gaan deelnemen in een nieuw college.
Deze partijen zien D66 en PvdA als basis voor continuïteit. Zij zijn ook bereid tot nadere gesprekken met GoPo. Om te bekijken of er met elkaar een voldoende vertrouwensbasis voor samenwerking in een nieuwe coalitie is te vinden.
De meeste kleinere partijen uit de voormalige oppositie SGP - 50+ - GBG – SP – PvdD steunen deelname van de twee christelijke partijen CU en CDA.
Deelname van GroenLinks aan zo’n college met een mix van bestaande en nieuwe partijen levert héél verschillende percepties op.
GroenLinks
D66-PvdA-GoPo zien graag een college met GL erin, hoewel eenieder beseft dat een nieuw coalitie met 6 partijen niet moet leiden tot ook 6 wethouders. Na de bestuurscrisis is naar de bevolking van Gouda niet uit te leggen dat de kosten van het dagelijks bestuur van de gemeente weer met 100.000 euro zouden moeten toenemen.
CDA-CU-SP-VVD-SGP-G50+-GBG zien geen noodzaak tot deelname van GL, omdat het getalsmatig maar om 2 zetels gaat en ideologisch de PvdA op links een voldoende sterke bestuurlijke rol vervult. Enkele van deze partijen geven als argumentatie dat ze de bestuurlijke bijdrage van GL in het afgelopen college niet sterk vonden.
VVD
Objectief is een feit dat, als de VVD in een nieuw college niet terugkeert op de rechterflank, deelname van GL op links minder noodzakelijk is om in het college zelf een bestuurlijk evenwicht te creëren. Gezien de aanleiding voor de crisis en de eigen keuze van de VVD om deelname aan de vorige coalitie op te zeggen, ligt het niet voor de hand dat de VVD nu weer mee zou gaan doen.
Veel partijen geven echter aan dat, mocht dit nodig zijn, zij er geen doorslaggevend bezwaar tegen hebben als er met de VVD opnieuw over deelname in het college zou worden gesproken.
Als er programmatisch inhoudelijk goede nieuwe bestuursafspraken kunnen worden gemaakt én als er in een open proces van coalitievorming een nieuwe samenstelling van een college tot stand komt, moet het mogelijk zijn dat meerdere partijen uit de raad het college gedoogsteun verlenen. Inhoudelijk moet een dergelijk college die programmapunten dan duidelijk agenderen en waarmaken.
En op markante momenten vraagt het ook de juiste wisselwerking tussen college en raad, de gedoogfracties moeten dan een wezenlijke invloed hebben op het dagelijks bestuur.
Alternatieven
In de hier geschetste contouren van een nieuw college lijkt het alsof er maar één en de beste samenstelling naar voren komt. Hoezeer dat in beginsel ook zo is, er zijn alternatieven.
- Een alternatief is er in de vorm van alleen het CDA nieuw erbij, niet de CU en bijvoorbeeld toch GL in het college. Die oplossing heeft het bezwaar van voortzetting van de oude coalitie, waarbij de VVD voor één nieuwe partij wordt ingewisseld. Dat heeft het nadeel dat er niet echt geleerd wordt van de crisis, niet echte veranderingen worden doorgevoerd en dat er niet echt met meerdere partijen nieuwe bestuursafspraken worden gemaakt.
- Een ander alternatief is dat er in plaats van GoPo als lokale partij wordt gedacht aan de combinatie van GBG met gedoogsteun van 50+. Deze combinatie levert 1 zetel minder dan GoPo, maar het belangrijkste bezwaar is dat nog maar moet blijken of dit een echte stabiele aanwinst voor het college is.
- Tenslotte zijn er natuurlijk andere alternatieven denkbaar zoals een college zonder een lokale partij, zoals bijvoorbeeld: D66-PvdA-CU-CDA-VVD. Daarmee torn je echter aan één van de wezenlijke uitgangspunten dat zoveel mogelijk politieke stromingen, waaronder de lokale politieke, in het college vertegenwoordigd moeten zijn.
Kortom, mijn conclusie uit deze tweede ronde luidt: start met politieke onderhandelingen onder leiding
van D66 met verder aan tafel om te beginnen PvdA- GoPo - CDA - CU.
Steek daarbij alle energie in de voorwaarden om dit college werkelijk van de grond te brengen: qua
condities en programmatisch inhoudelijk.
Condities: bestuurlijke ratio en emotie
Bestuurlijk rationeel lijken er zich voor de nieuwe collegevorming – op grond van onze gesprekken met de 12 fracties – duidelijke contouren af te tekenen.
De hiervoor geschetste mogelijkheden zijn binnen handbereik. Bepalend voor het welslagen van een stabiel college zijn de condities voor de samenwerking en de mix van de huidige en nieuwe personen in de politieke hoofdrollen.
Hierna put ik voor dit onderdeel van het advies ruimhartig uit de inbreng van de CDA fractie in de Tweede ronde.
Allereerst geldt dat voor de vorming van een breed samengesteld college met ‘bestaande’ en nieuwe coalitiepartners het van cruciaal belang is dat er een veranderopgave ligt die gezamenlijk tot een nieuwe ambitie leidt. Wat worden de nieuwe afspraken over het programma en de bestuurscultuur van het nieuwe college van B&W?
De basiscondities voor een succesvol samenwerkingsverband in een nieuw te vormen college zijn in het kort opgesomd:
Vertrouwen
Als basisvoorwaarde: vereist dat bestaande en nieuwe partners elkaar het nodige gunnen én dat GoPo + CDA/CU in een soort van mediation workshop elkaar op alle twijfels diepgaand ontmoeten.
Verbinding
Tussen bestaande en nieuwe partijen in het college, naar alle fracties in de raad en naar de stad via alle portefeuilles van het nieuwe college.
Continuïteit en vernieuwing
Moeten in het nieuwe college in balans zijn: Gouda daagt uit, Kadernota, en nader te bespreken programmapunten en bestuursstijl zijn daarvoor de ankers.
Herkenbaarheid
Van de politiek naar de Goudse bevolking, gunt elk van de partijen elkaar zijn ideologie en programmapunten om zich te profileren.
Bestuurskracht
Is het team van wethouders in staat in een open bestuursstijl naar de Goudse bevolking collectief daadkracht te tonen en in het algemeen belang – ook onpopulaire – beslissingen te nemen.
Collegevorming
Zijn betrokken partijen bereid een open discussie te voeren over de programmapunten, bestuursstijl, portefeuilleverdeling en gezamenlijk afspraken te maken over de uitvoering van het collegebeleid.
Snelheid
Zien allen de noodzaak om op korte termijn tot een nieuw college te komen en vlot afspraken te maken cq. tot compromissen te komen in het belang van het te bereiken resultaat en daarmee de stad.
Gemeenteraad
Zijn betrokken partijen bereid in de coalitievorming, de overige partijen te informeren en actief mee te nemen in het politieke proces van collegevorming.
Condities: bestuurlijke ratio en emotie
Bestuurlijk rationeel lijken er zich voor de nieuwe collegevorming – op grond van onze gesprekken met de 12 fracties – duidelijke contouren af te tekenen.
De hiervoor geschetste mogelijkheden zijn binnen handbereik. Bepalend voor het welslagen van een stabiel college zijn de condities voor de samenwerking en de mix van de huidige en nieuwe personen in de politieke hoofdrollen.
Hierna put ik voor dit onderdeel van het advies ruimhartig uit de inbreng van de CDA fractie in de Tweede ronde.
Allereerst geldt dat voor de vorming van een breed samengesteld college met ‘bestaande’ en nieuwe coalitiepartners het van cruciaal belang is dat er een veranderopgave ligt die gezamenlijk tot een nieuwe ambitie leidt. Wat worden de nieuwe afspraken over het programma en de bestuurscultuur van het nieuwe college van B&W?
De basiscondities voor een succesvol samenwerkingsverband in een nieuw te vormen college zijn in het kort opgesomd:
Vertrouwen
Als basisvoorwaarde: vereist dat bestaande en nieuwe partners elkaar het nodige gunnen én dat GoPo + CDA/CU in een soort van mediation workshop elkaar op alle twijfels diepgaand ontmoeten.
Verbinding
Tussen bestaande en nieuwe partijen in het college, naar alle fracties in de raad en naar de stad via alle portefeuilles van het nieuwe college.
Continuïteit en vernieuwing
Moeten in het nieuwe college in balans zijn: Gouda daagt uit, Kadernota, en nader te bespreken programmapunten en bestuursstijl zijn daarvoor de ankers.
Herkenbaarheid
Van de politiek naar de Goudse bevolking, gunt elk van de partijen elkaar zijn ideologie en programmapunten om zich te profileren.
Bestuurskracht
Is het team van wethouders in staat in een open bestuursstijl naar de Goudse bevolking collectief daadkracht te tonen en in het algemeen belang – ook onpopulaire – beslissingen te nemen.
Collegevorming
Zijn betrokken partijen bereid een open discussie te voeren over de programmapunten, bestuursstijl, portefeuilleverdeling en gezamenlijk afspraken te maken over de uitvoering van het collegebeleid.
Snelheid
Zien allen de noodzaak om op korte termijn tot een nieuw college te komen en vlot afspraken te maken cq. tot compromissen te komen in het belang van het te bereiken resultaat en daarmee de stad.
Gemeenteraad
Zijn betrokken partijen bereid in de coalitievorming, de overige partijen te informeren en actief mee te nemen in het politieke proces van collegevorming.
Emoties en vertrouwen in het politieke proces komen direct voort uit de handelwijze van de betrokken
politici.
- De opdracht voor de tot voor kort zittende wethouders luidt daarbij om naast bestuurlijk rationeel gedrag, zich vooral op te stellen met een luisterend oor, open te staan voor kritiek, bereid te zijn tot intervisie en volgend gedrag naar de nieuwe partijen in een coalitie.
- Breng als nieuwe – potentieel toetredende partijen – de wijsheid op om deskundige + ervaren wethouders van buiten de directe Goudse politieke arena voor te stellen.
- Kies bij de collegevorming voor een onafhankelijk formateur in een zo open mogelijk proces met enkele nieuwe partijen en nieuwe mensen op de wethoudersposities.
Programmatisch inhoudelijk
Bestuurlijke continuïteit kan programmatisch worden bereikt door enerzijds uit te gaan van de beleidsafspraken van D66-PvdA-GoPo in Gouda Daagt Uit.
De bestuurlijk financiële afspraken kunnen worden gemaakt aan de hand van de concept kadernota 2017-2020.
Anderzijds moet door alle partijen aan de onderhandelingstafel goed geluisterd worden naar de wensen van de nieuw toetredende partijen CDA en CU.
Het CDA heeft als belangrijkste programmapunten:
De ChristenUnie brengt als specifieke punten in:
De ervaringen met de decentralisatie van het Sociaal Domein leiden er toe dat het CDA de focus graag verlegd wil zien van het te zeer financiële accent naar méér sociale en individuele aandacht voor de burgers.
Als ernaar wordt gestreefd GL als gedoogpartij bij de collegevorming te betrekken, zal dit ook tot specifieke programma inhoudelijke programmapunten moeten leiden. Hetzelfde kan het geval zijn op de meer rechterflank ten aanzien van de SGP.
Voorkomen moet worden dat zich op principiële punten van het nieuw te vormen collegebeleid in de raad door raadsinitiatieven, amendementen en dergelijke opnieuw politieke problemen voordoen. Daarvoor is het nuttig om duidelijke afspraken te maken over fractiediscipline en de belangrijkste zogenaamde vrije kwesties in de raad.
- De opdracht voor de tot voor kort zittende wethouders luidt daarbij om naast bestuurlijk rationeel gedrag, zich vooral op te stellen met een luisterend oor, open te staan voor kritiek, bereid te zijn tot intervisie en volgend gedrag naar de nieuwe partijen in een coalitie.
- Breng als nieuwe – potentieel toetredende partijen – de wijsheid op om deskundige + ervaren wethouders van buiten de directe Goudse politieke arena voor te stellen.
- Kies bij de collegevorming voor een onafhankelijk formateur in een zo open mogelijk proces met enkele nieuwe partijen en nieuwe mensen op de wethoudersposities.
Programmatisch inhoudelijk
Bestuurlijke continuïteit kan programmatisch worden bereikt door enerzijds uit te gaan van de beleidsafspraken van D66-PvdA-GoPo in Gouda Daagt Uit.
De bestuurlijk financiële afspraken kunnen worden gemaakt aan de hand van de concept kadernota 2017-2020.
Anderzijds moet door alle partijen aan de onderhandelingstafel goed geluisterd worden naar de wensen van de nieuw toetredende partijen CDA en CU.
Het CDA heeft als belangrijkste programmapunten:
-
- Vernieuwing bestuursstijl (introductie van het werkprogramma ‘kracht van de samenleving’)
-
- Lastenverlichting voor de Gouwenaar (o.a. gezinnen met kinderen met middeninkomens)
-
- Impuls voor de zorg (‘eigen bijdrage’)
-
- Investeren op sport en scouting (verenigingsleven)
-
- Versterken burgerschap en integratie
-
- Versterken veiligheid (‘Rotterdamwet’ en camera in beeld’)
-
- Géén uitbreiding van koopzondagen
- Géén gereguleerde wietteelt in Gouda.
De ChristenUnie brengt als specifieke punten in:
-
- Burgerparticipatie en burgerinspraak vast onderdeel van beleidsvoornemens maken
-
- Géén uitbreiding koopzondagen en géén steun voor raadsinitiatieven hierover
-
- Géén experimenten met wietteelt door de gemeente.
-
- Integrale voortzetting van Actieprogramma Economie met Gouda Onderneemt
- Bij Sociaal Domein is transformatie leidend: gezamenlijke verantwoordelijkheid voor goede zorg i.p.v. marktwerking en controle
De ervaringen met de decentralisatie van het Sociaal Domein leiden er toe dat het CDA de focus graag verlegd wil zien van het te zeer financiële accent naar méér sociale en individuele aandacht voor de burgers.
Als ernaar wordt gestreefd GL als gedoogpartij bij de collegevorming te betrekken, zal dit ook tot specifieke programma inhoudelijke programmapunten moeten leiden. Hetzelfde kan het geval zijn op de meer rechterflank ten aanzien van de SGP.
Voorkomen moet worden dat zich op principiële punten van het nieuw te vormen collegebeleid in de raad door raadsinitiatieven, amendementen en dergelijke opnieuw politieke problemen voordoen. Daarvoor is het nuttig om duidelijke afspraken te maken over fractiediscipline en de belangrijkste zogenaamde vrije kwesties in de raad.
Volgende stappen in formatieproces
Zoals blijkt uit de gesprekken met de fracties in de Tweede ronde, zijn allen ervan doordrongen dat de formatie van een nieuw college van B&W thans met spoed ter hand dient te worden genomen. Daarbij is het logisch dat het voortouw weer komt te liggen bij D66 als de partij die de grootste verkiezingswinst heeft behaald én de grootste partij is geworden bij de laatste gehouden raadsverkiezingen in 2014.
De meeste fracties dringen er, gezien de eerder opgedane ervaring én de ontstane politieke bestuurscrisis op aan, de onderhandelingen te laten plaatsvinden onder leiding van een onafhankelijke formateur óf een externe procesbegeleider. Als hier voor de betrokken partijen de juiste deskundige en gezaghebbende persoon wordt aangetrokken, staat deze borg voor de kwaliteit, het tempo en het goede resultaat van de onderhandelingen.
Wat betreft het tempo waarin de komende stappen naar een nieuw college zijn te zetten is de PvdA heel optimistisch en gaat uit van 1 à 2 weken onderhandelingsgesprekken, zodat een politiek formateur, die daadwerkelijk het college gaat samenstellen, in de week van 5 september van start kan gaan. Het zou in dat geval inderdaad mogelijk zijn omstreeks 15 september in Gouda een nieuw college van B&W te hebben. Dit is een streefdatum die eerder door vele fracties is genoemd.
De nuchterheid gebiedt echter te zeggen dat gezien alle voorwaarden en condities die er voor een nieuw college noodzakelijk zijn, dit tijdpad niet haalbaar is, ook al houd je een hoog tempo aan.
Bij de inbreng in de Tweede ronde had de SGP een mooi procesvoorstel voor de komende stappen. Hierna volg ik dit voorstel en maak er een geactualiseerd draaiboek van.
Week 35
- Start onderhandelingen door D66-PvdA-GoPo-CDA-CU onder leiding van onafhankelijk formateur, aangezocht door D66 in nauwe afstemming met alle potentiële deelnemende fracties.
- Er vinden eerste verkennende gesprekken plaats aan de hand van de eerdere akkoorden, concept kadernota en de nieuwe programmatische inbreng van elk der partijen.
- Er worden afspraken gemaakt en uitgevoerd over verdiepende gesprekken tussen GoPo en CDA/CU onder leiding van een ‘mediationachtige’ deskundige.
- Partijen geven nog in dezelfde week aan welke max. 3 punten uit die bestaande akkoorden kunnen en welke max 3 punten die zij er graag in willen hebben
- Heikele kwesties worden in petit comité voorbereid en vlot uit onderhandeld, betreffende partijen doen daarbij gelijktijdig een tekstvoorstel.
Week 36
- Doorloop van de afspraken in week 35.
- Starten met vergelijkbare werkwijze concept Kadernota.
- Idem ten aanzien paragraaf over open bestuursstijl en burgerparticipatie.
- Streven naar voorlopige schriftelijke vastlegging van programma, financiën, bestuursstijl en burgerparticipatie in concept akkoord.
Week 37
- Bespreken concept akkoord met individuele partijen en met eventuele gedoogpartijen.
- Voorstellen/ondervragen kandidaat wethouders.
- Benoeming en beëdiging wethouders.
- Bespreking coalitieakkoord met ruimte voor amendering en aanpassingen
Week 38
- Doorloop van de afspraken in week 37.
- Vaststellen coalitieakkoord en Kadernota.
Dit draaiboek gaat er vanuit dat er omstreeks 22 september een nieuw college kan aantreden. Nog steeds is dit mijns inziens een optimistisch scenario.
Goed om naar te streven, niet goed om na te jagen als er daardoor onnodige risico’s en nieuwe problemen in het politieke proces van collegevorming ontstaan.
Gouda verdient het om na de bestuurlijke crisis een vertrouwenwekkend en politiek stabiel nieuw college van B&W te krijgen.