zaterdag 13 oktober 2012

Kans of bedreiging?



Deze week kwam in de raadsbijeenkomst De Nieuwe Regio aan de orde.

Diverse ontwikkelingen - zoals decentralisatie van beleidstaken van rijk en provincie naar de gemeente, de tendens van bestuurlijke schaalvergroting door het ontstaan van grotere gemeenten dan wel grotere omliggende samenwerkingsverbanden, hebben geleid tot de behoefte aan een toekomstperspectief voor de samenwerking in Midden-Holland.

Er is vervolgens een nieuwe visie geformuleerd, welk beschrijft hoe inhoud én vormgeving van de regionale samenwerking binnen Midden-Holland kan worden vormgegeven.

Bij de raadsbehandeling kwam bij de ChristenUnie nadrukkelijk de vraag aan de orde hoe dit nieuwe initiatief vorm gaat krijgen en hoe je zorgt voor voldoende draagvlak. Ook moeten er kaders komen, zodat er niet een nieuwe bestuurslaag komt die een bestuurlijke legitimatie ontbeert.

De ChristenUnie vindt het een prima zaak dat we in Midden-Holland meer met elkaar gaan samenwerken. Dat is met o.a. de decentralisatie van overheidstaken ook noodzakelijk.
Maar wat ons betreft kijken we breder en betrekken we het hele Groene Hart bij het nieuwe initiatief.

Het kan daarbij gaan om een regio van zelfstandige gemeenten die elkaar onderling versterken en als gemeenschappelijk thema het Groen Hart hebben. Dit moet dan leiden tot een sterke regio die zich kan profileren ten opzichte van Rotterdam en Den Haag.

Binnen de regio dient gekozen worden voor een samenhangend beleid met herkenbare prioriteiten, zoals bijvoorbeeld recreatie en toerisme.

Op het terrein van toerisme en recreatie heeft het Groene Hart een flets imago en onlangs heeft een onderzoek aangetoond dat de onderlinge samenwerking tussen de gemeenten in het Groene Hart beter kan. Daarnaast is er teveel versnippering van het aanbod en worden er weinig nieuwe producten ontwikkeld. Om de samenwerking te verbeteren is het in ieder geval raadzaam om met één loket voor het Groene Hart te gaan werken.

Al met al liggen er concrete kansen voor onze regio als er efficiënt en slagvaardig gaat worden samengewerkt. Daarbij moeten we wel de valkuil van bureaucratische invulling vermijden en het vooral praktisch houden.

Geen opmerkingen: