woensdag 27 juli 2016

Nog geen duidelijkheid over AZC in Gouda


Het COA krijgt uit het hele land vragen over de stand van zaken van bestaande opvanglocaties in de gemeenten en de besluitvorming over nog te ontwikkelen locaties.

Het COA heeft momenteel te maken met een lagere instroom van vluchtelingen dan vorig jaar rond deze tijd. De instroom is echter nog altijd hoger dan voorgaande jaren. Door de verminderde instroom zijn er een aantal lege plaatsen en zijn er locaties die niet volstromen.

Vanwege de hoge instroom afgelopen jaar heeft het COA op basis van het Bestuursakkoord (tussen het rijk en de gemeenten) samen met gemeenten en provincies hard gewerkt aan het zo snel mogelijk realiseren van opvang voor vluchtelingen. Daar is ook de noodopvang uit voortgekomen.

Ruimte voor kwaliteit

Nu de instroom is gestabiliseerd, heeft het COA de gelegenheid om de kwaliteit van de opvang te verbeteren. Dat betekent dat ze het opvangaanbod zo veel mogelijk uit reguliere AZC-plekken gaan laten bestaan en het aantal noodopvangplekken gaan beperken. Dat betekent maatwerk per locatie, waarover ze nauw overleg voeren met de betrokken gemeenten.

Maatwerk

Voor de bestaande noodopvang zijn er drie scenario’s: ombouwen tot AZC, inzetten als buffercapaciteit voor noodopvang of sluiten.
Het COA vindt het wenselijk om een bepaalde buffer aan opvangplekken achter de hand te hebben die snel kan worden aangewend als de asielinstroom onverhoopt toch weer toeneemt. 
Ze willen voorkomen dat er weer een situatie kan ontstaan dat er van sporthallen gebruik gemaakt moet gaan worden. 
Dat betekent in de praktijk dat er ook behoefte blijft aan nieuwe opvangplekken, zeker ook omdat er voor diverse noodopvang locaties geldt dat het om een tijdelijke overeenkomst gaat.

Afwegingskader

Op dit moment wordt door de Landelijke Regietafel gewerkt aan een afwegingskader waarmee aan de regionale regietafels (in de provincie) transparant en weloverwogen beslissingen kunnen worden genomen. Deze regionale regietafels staan meestal onder leiding van de Commissaris van de Koning. Naast de provincie zijn ook de gemeenten (zoals Gouda) en het COA betrokken. Het COA levert inhoudelijke expertise, maar beslist dus niet. Dat gebeurt door de regietafel. Al heeft ze uiteraard haar voorkeuren en prioriteiten en zal dat inbrengen bij de overwegingen. Bij de afwegingen zal gekeken ook gekeken worden naar de financiƫn en het maatschappelijk draagvlak.

Gezamenlijk wordt op basis van alle input aan de regietafel bekeken welke locaties gebruikt kunnen worden voor het huisvesten van vergunninghouders en daarbij zal er dus ook worden gekeken naar de locatie in Gouda. Naar verwachting zal in september duidelijkheid komen of het AZC in Gouda definitief doorgaat.



Angst

Door alle aanslagen van de IS in de wereld wordt de angst voor terroristen in Nederland groter en menigeen vreest dat die mee zullen “liften” als er straks waarschijnlijk vluchtelingen naar Gouda komen.

Een deel van de Gouwenaars hoopt daarom nog steeds dat het plan niet doorgaat, anderen willen liever afschalen naar maximaal 300 bewoners (minimum aantal voor een AZC) en er is ook een deel die zich al volop aan het voorbereiden is en het als een mooie uitdaging ziet om iets voor deze mensen te mogen betekenen.

Belangrijk is om ons te realiseren dat we geen noodopvang locatie worden, maar statushouders gaan opvangen (als de plannen tenminste doorgaan). We mogen (moeten) erop vertrouwen dat er dan afdoende is gescreend en dat we niet bang hoeven te zijn dat er terroristen meekomen, al zullen we via de bestuursovereenkomst goed vinger aan de pols houden en moeten we waakzaam blijven!

Laten we vooral niet vergeten dat de mensen die naar Nederland zijn gevlucht zelf juist bang zijn voor dat geweld en verlangen naar veiligheid en een nieuwe toekomst. Laat dat voor ons een uitdaging zijn!

woensdag 20 juli 2016

Zoetermeer bedreigt Goudse binnenstad

We hebben in Nederland en dus ook in Gouda te maken met structurele veranderingen in het winkelgedrag en het is belangrijk om de positie van de binnenstad zoveel mogelijk te versterken.
In Gouda zijn we hier volop mee bezig door o.a. Gouda Onderneemt, SOG en de centrummanager.

Cees-Jan Pen schreef over deze ontwikkelingen in het Financieel Dagblad begin dit jaar interessante dingen:

Geen outletcentra

“Wel is duidelijk dat achterover leunen niet aan de orde mag zijn en dat harde en duidelijke keuzes voor binnensteden ten koste van de periferie noodzakelijk zijn.
Dit betekent dus dat er geen supermarkten, retail- en horecaondernemingen op bedrijventerreinen moeten komen, als zij net zo goed in of rond de binnenstad kunnen worden gevestigd. Dit gaat pijn doen voor de woon- en meubelboulevards die hun eigen problemen hebben. Dit betekent ook dat geen nieuwe 'outletcentra' aan de rand van de stad komen.”

In dat licht is het buitengewoon ongelukkig dat Zoetermeer voornemens is om een outletcentrum van maar liefst 30.000 m2 te gaan vestigen binnen haar stadsgrenzen (in het centrum). Er wordt ongeveer 7.000 m2 toegevoegd aan de huidige 23.000 m2 en er komen 2.000 parkeerplaatsen.  

Niet alle focus op winkels

Het is belangrijk dat in de stad het debat wordt gevoerd hoe we binnensteden kunnen versterken. Dat hoeft niet alleen door alle focus op de winkels te hebben.

Cees-Jan Pen schrijft hierover:”
“Binnensteden zijn lokaal en regionaal belangrijke werkgevers. Dan moet je daar de economische dynamiek faciliteren en geen achterhaalde winkelconcepten in stand houden.
Het uiterlijk van binnensteden zal de komende jaren verder veranderen. Het aantal winkels en hun dominantie zal afnemen, al blijft retail natuurlijk een voorname drager van de binnenstad. Deze verandering hoeft helemaal niet erg te zijn mits er vooral wordt ingezet op meer wonen voor jongeren en ouderen, horeca (zoals altijd met mate), kleinschalig (ambachtelijk) werken, cultuur, onderwijs en zorgfuncties in de binnenstad.”

Compacte binnenstad

Tegelijkertijd zullen centra compacter moeten worden. Er moet echt meer worden gewoond boven winkels en in de aanloopstraten. Zeker middelgrote gemeenten (met 30.000 tot 80.000 inwoners) moeten werken aan een binnenstad die met een kwart tot een derde kleiner is. We moeten leren centra (graag verplicht) opnieuw te verkavelen, kansloze gebouwen te slopen en parkeerplaatsen weg te halen.”

In Gouda hebben we te maken met een beperkte ruimte, waardoor het compacter maken van het centrum wat minder relevant is, al kan het ook bij ons aan de orde komen als de leegstand toeneemt.
Verder wordt er al het een en ander gesloopt en waar mogelijk vervangen door nieuwbouw of krijgen gebouwen juist een “tweede leven”.

Budget

Om op dit gebied de nodige stappen te kunnen maken is er voldoende budget nodig. In Gouda hebben we het Ondernemersfonds, maar dat is meer op activiteiten gericht. Er zal ook echt aan binnenstadfondsen moeten worden gewerkt en wat dat betreft is de Ontwikkelingsmaatschappij Binnenstad Gouda wellicht toch te vroeg opgeheven.

Het is een prima ontwikkeling dat we in Gouda een centrummanager hebben en dat de ondernemers de krachten hebben gebundeld. Wat dat betreft hebben we het fundament gelegd.

Wel zullen we de komende jaren moeten doorpakken, waarbij het belangrijk is dat we in de regio vanuit dezelfde visie aan de slag gaan en dan is het geen goede zaak dat Zoetermeer ervoor kiest om een Outletcentrum te gaan ontwikkelen. Wat mij betreft een verkeerde keuze vanuit een beperkte visie.





Cees-Jan Pen is Lector Brainport aan de Fontys Hogescholen

maandag 11 juli 2016

Verkenner aangesteld voor Gouda


De gezamenlijk fractievoorzitters van Gouda hebben vorige week burgemeester Schoenmaker gevraagd op zoek te gaan naar een externe verkenner die de mogelijkheden voor een nieuwe, stabiele coalitie gaat onderzoeken. Mede in overleg met de Commissaris van de Koning is de heer Hans Andersson aangezocht om hiertoe de rol van verkenner op zich te willen nemen. De heer Andersson is per vandaag, 11 juli 2016, aan de slag gegaan.

Fractievoorzitters stemmen in
Na een gesprek tussen de heer Andersson en burgemeester Milo Schoenmaker is als eerste stap afgesproken aan alle fractievoorzitters in de Raad te vragen in te stemmen met zijn inschakeling. Op dit verzoek van de burgemeester hebben alle fractievoorzitters dit weekeinde positief gereageerd.

Onderzoek naar stabiele coalitie 
De heer Andersson zal een verkennend onderzoek instellen naar het ontstaan van de bestuurlijke crisis in de gemeente Gouda. In vervolg hierop zal hij in beeld brengen wat er nodig is om, tot de verkiezingen in 2018, een stabiele coalitie te vormen. Als laatste dient hij in beeld te brengen welke stappen moeten worden gezet om medio september 2016 een nieuw college van B&W te kunnen presenteren.

Verkenner Hans Andersson
Hans Andersson (1946) is oprichter van Andersson Elffers Felix (AEF) en treedt thans op als zelfstandig bestuursadviseur, werkend vanuit zijn kantoor in Rotterdam. Hij heeft in zijn loopbaan grote kennis en ervaring opgebouwd van (politiek) bestuurlijke vraagstukken bij de overheid en het bedrijfsleven. Voor meer informatie over de heer Andersson zie bijgaand CV.

Ten tijde van het onderzoek zullen er geen nadere externe mededelingen worden gedaan.



Persbericht gemeente Gouda

vrijdag 8 juli 2016

Brief aan Gouda Onderneemt en VNO-NCW Rijn Gouwe


Naar aanleiding van de motie van wantrouwen deze week waardoor alle wethouders in Gouda zijn afgetreden heeft Gouda Onderneemt en VNO-NCW Rijngouwe een open brief naar buiten gebracht. 
De oppositiepartijen hebben hierop nu een reactie naar buiten gebracht:

Gouda, 5 juli 2016

Aan: de voltallige gemeenteraad van Gouda

Geachte raadsleden,

Tot onze teleurstelling heeft een motie van wantrouwen in de gemeenteraadsvergadering van maandag 4 juli geleid tot het aftreden van het voltallige college van wethouders van de gemeente Gouda.
Met het aftreden van het college is een abrupt einde gekomen aan de lopende samenwerking tussen het college en Gouda Onderneemt!. Een samenwerking waarin elke wethouder zich aan een of meerdere thema’s uit het ‘actieprogramma economie’ verbond en daarin het voortouw nam. Dit heeft geleid tot aansprekende resultaten, zoals een betere onderlinge samenwerking tussen ondernemers door de organisatie van het Platform Gouda Onderneemt!, het op de kaart zetten van Gouda als innovatieve maak- en ICT-stad, het verbeteren van de samenwerking tussen ondernemers en onderwijs (zoals bij het Centrum voor Innovatief Vakmanschap Smart Technology van het ID College), het behalen van de titel ‘Beste Binnenstad 2015-2017’, het oprichten van het Duurzaamheidplatform Gouda dat samen met de gemeente uitvoering wil geven aan de vergroeningsagenda, de realisatie van de Kop van de Kleiweg, et cetera.
Bovenstaande resultaten zijn geboekt door de daadkrachtige, open en op samenwerking gerichte houding van het college waarbij het belang van de stad Ć©n regio altijd voorop staat. Als ook het nieuwe college resultaten wil boeken, is eenzelfde open opstelling van essentieel belang. 

Wij roepen u op om zo snel mogelijk te komen tot de vorming van een college waarmee het ‘actieprogramma economie’ ongewijzigd actief voortgezet wordt. Zodat wij ons met een nieuw college kunnen blijven inzetten voor een vitale stad, vernieuwende economie en voldoende werkgelegenheid.

Nico Voogt, Gouda Onderneemt!
Michiel Bunnik, VNO-NCW Rijngouwe

Reactie oppositie partijen:

Gouda, 8 juli 2016

Aan: Gouda Onderneemt en VNO-NCW Rijn Gouwe

Geachte Nico Voogt en Michiel Bunnik,

Veel dank voor uw brief aan de leden van de gemeenteraad waarin u uw teleurstelling uitspreekt over de ontstane politieke situatie in Gouda.

Wij delen uw oproep om zo snel mogelijk te komen tot de vorming van een nieuw college waarmee u als ondernemers zich kunt blijven inzetten voor een vitale stad, vernieuwende en duurzame economie en voldoende werkgelegenheid. Ook hebben wij uiteraard oog voor de aansprekende resultaten die u terecht noemt in uw brief.

Als raadsleden hebben wij allemaal onze afweging moeten maken over de vraag wat de recente politieke gebeurtenissen van de afgelopen dagen betekenen voor de verhoudingen in de gemeenteraad als het gaat om samenwerking en het vinden van een oplossing om ook de komende twee jaar met perspectief te werken aan een sterk Gouda.  
Onze conclusie is dat voor een gezonde, perspectiefvolle en langdurige voortzetting van het stadsbestuur er in voldoende mate sprake moet zijn van onderling vertrouwen binnen een meerderheidscoalitie.

Vertrouwen tussen coalitiepartijen om elkaar de ruimte te geven en een werkwijze te hanteren waarin vooral ook samenwerking met de Gouwenaar centraal staat. U heeft daarmee goede ervaringen opgedaan en dat juichen wij toe. Wij hebben echter ook ervaren dat dit niet voor de hele stad en voor alle dossiers zo is geweest de afgelopen jaren. Daarom is het van belang om stappen te zetten om elkaar in voldoende mate te kunnen vinden naar de toekomst toe. Als ondernemer weet u hoe belangrijk de voorwaarde van een goede vertrouwensbasis is om goed te kunnen functioneren.

Helaas constateerden wij in het debat wantrouwen en onvoldoende antwoord op de vraag hoe in een nieuwe situatie weer gebouwd zou kunnen worden aan dat onderling vertrouwen zodat ook daadwerkelijke samenwerking tot stand komt.

De achtergebleven coalitiepartijen hebben via een gespreksnotitie een aanzet gegeven voor de discussie en een drietal opties geschetst. Ofwel een scenario waarin een minderheidscoalitie bij elk plan een meerderheid zou moeten organiseren in de raad. Ofwel een scenario waarbij onder leiding van een verkenner Ć©Ć©n of enkele partijen zouden toetreden tot de achtergebleven coalitie om tot een meerderheid te komen. Er kwamen naar onze mening onvoldoende vertrouwenwekkende antwoorden om tot deze varianten te komen. Dat betekende dat het scenario zoals de achtergebleven coalitiepartijen dat ook schetsten als mogelijkheid, te weten nieuwe coalitieonderhandelingen, voor ons de enig overgebleven optie werd. 

In dat licht begrijpen wij heel goed de urgentie dat deze nieuwe coalitieonderhandelingen nu snel ter hand moeten worden genomen en de ‘blik nu door iedereen op vooruit’ moet worden gezet. Door alle partijen in de raad. Wij voelen ook verantwoordelijkheid om ons daar in het bijzonder voor in te spannen en daarin onze bijdrage te leveren.

In die zin vinden wij het belangrijk dat er nu snel een verkenner komt die boven de partijen staat en het proces van vorming van een nieuw college begeleidt. De burgemeester heeft daartoe al stappen gezet. Dit ten dienste van een stadsbestuur dat – zoals u terecht stelt - door een daadkrachtige, open en op samenwerking gerichte houding werkt in het belang van de stad Ć©n regio. Een stadsbestuur ook, dat kan rekenen op een gedegen meerderheidscoalitie.

Wij hopen u hiermee op dit moment voldoende te hebben geĆÆnformeerd over onze afwegingen. U mag en kan er op vertrouwen dat onderstaande partijen er alles aan zullen doen, dat er weer zo snel mogelijk een volledig stadsbestuur kan aantreden voor ons mooie Gouda.

Uiteraard zijn wij altijd bereid tot een nader gesprek. 

Met vriendelijke groet,

ChristenUnie, Theo Krins
VVD, Ronald Verkuijl
CDA, Huibert van Rossum                                     
SP, Lenny Roelofs                            
SGP, Arjan Versteeg
Gouda’s 50+ partij, Ed de Lange
Partij voor de Dieren, Corina Kerkmans
Gemeente Belangen Gouda, Jan de Koning

donderdag 7 juli 2016

Gouda zonder wethouders

Foto: Pim Mul
Op maandagavond 4 juli heeft de meerderheid van de gemeenteraad een motie van wantrouwen gesteund waardoor de wethouders moesten vertrekken. Hierdoor is er geen voltallig bestuur meer in Gouda en neemt de burgemeester, tot de komst van een nieuw college, de lopende zaken waar. 
Dit is een ingrijpend besluit en graag willen wij als fractie en bestuur van de ChristenUnie Gouda onze motivatie toelichten.

Motie instandhouding opvoedrelaties

De onrust in de coalitie, die al langere tijd bestond, bereikte een climax door een motie ‘instandhouding opvoedrelaties’ die gesteund werd door PvdA en Gouda Positief. Nadat Horizon Jeugdzorg de Projectgezinnen wegbezuinigde hebben wij als ChristenUnie aandacht gevraagd voor behoud van relaties tussen desbetreffende kinderen en hun opvoeders. De motie hiervoor, die aangenomen is door de gemeenteraad, was volgens wethouder Werger onuitvoerbaar.

VVD uit coalitie Gouda

De steun van twee coalitiepartijen, PvdA en Gouda Positief, voor bovenstaande motie was voor de VVD fractie aanleiding om het vertrouwen in de coalitie op te zeggen. Fractievoorzitter Ronald Verkuijl verklaarde maandag 4 juli in de raad dat de VVD zich als liberale partij al langere tijd steeds minder herkende in de uitvoering van het coalitieakkoord en het beleid in Gouda. Voor hen herkenbare punten werden vaak via moties en amendementen vanuit de coalitie “minder liberaal gemaakt”. Het onderlinge vertrouwen binnen de coalitie nam af en verdween uiteindelijk helemaal.

Minderheidscoalitie

Door het vertrek van de VVD fractie uit de coalitie ontstond er een nieuwe politieke situatie. De minderheidscoalitie, van D66, PvdA, Gouda Positief en GroenLinks, kon hierdoor niet meer vanzelfsprekend rekenen op steun van de gemeenteraad. Elk besluit in de gemeenteraad zou hierdoor onzeker zijn en de democratische legitimiteit kwetsbaar.

Vertrek wethouder Werger

Omdat de positie van wethouder Werger onduidelijk was geworden door het vertrek van de VVD, hebben de andere coalitiepartijen aangedrongen op een besluit van haar kant. Daarom hadden zij een ultimatum gesteld dat vrijdag 1 juli jl. voor 17.00 uur wethouder Werger duidelijkheid moest geven over haar positie. Wethouder Werger gaf echter aan dat ze door de raad is benoemd en dan ook tijdens een raadsvergadering haar besluit wilde kenbaar maken. Voor de coalitiepartijen duurde dit te lang en was dit niet acceptabel, waardoor zij in een persbericht aangaven dat wethouder Werger moest aftreden. Uiteindelijk legde ze maandag 4 juli een korte verklaring af in de raad en diende haar ontslag in.

Motie van wantrouwen

Hierdoor werd duidelijk dat er een minderheidscoalitie was ontstaan in Gouda nu het college niet meer compleet was. De belangrijke portefeuille van het sociaal domein had geen verantwoordelijk wethouder meer. De coalitiepartijen hadden in een gespreksnotitie al aangegeven dat voor hen alle opties voor ’hoe verder’ open stonden. De opties om met een minderheidscoalitie (scenario A) of als coalitie aangevuld met Ć©Ć©n of meer nieuwe partijen (scenario B) door te gaan was voor de oppositie niet realistisch. De derde optie die genoemd werd in de gespreksnotitie van de coalitiepartijen, het starten van nieuwe coalitie onderhandelingen (scenario C), was volgens de oppositie de enige mogelijkheid om geloofwaardig te zijn. Onvoldoende steun in de gemeenteraad (minderheidscoalitie) en een incompleet college is te kwetsbaar voor een stabiel bestuur.
Daarom hebben wij als ChristenUnie namens de hele oppositie (ChristenUnie, CDA, SP, SGP, Gouda's 50+ Partij, Partij voor de Dieren en GBG) een motie van wantrouwen ingediend die ook door de VVD werd gesteund. Met 18 stemmen voor en 17 tegen werd deze motie aanvaard waardoor alle wethouders moesten vertrekken: Bergman (D66), Tetteroo (PvdA), De Laat (GoPo) en Niezen (Groen Links).

Hoe nu verder?

Uiteraard beseft de fractie van de ChristenUnie, evenals de andere fracties die deze motie hebben gesteund, dat deze motie grote impact heeft voor de nu afgetreden wethouders en de burgemeester, die nu tijdelijk alleen verantwoordelijk is voor het besturen van onze stad. Wij betreuren dat het zover is gekomen, maar beseffen ook dat de oorzaak van deze situatie ligt in het gebrek aan vertrouwen tussen de coalitiepartijen, gelet op het vertrek van de VVD. Om te komen tot een stabiel en gedragen college in Gouda moet er wat ons betreft een nieuwe start gemaakt worden.
We voelen een grote verantwoordelijkheid om actief en constructief bij te dragen aan een andere (meer open) bestuurscultuur en een open proces om te komen tot een ander college. Om snel te komen tot de vorming van dat college is het noodzakelijk dat een extern deskundige optreedt als begeleider en dat alle partijen bereid zijn om aan dat proces deel te nemen. De tijd zal leren in hoeverre dat de komende dagen gaat lukken. Doelstelling is dat er uiterlijk op 15 september a.s. een nieuw college kan aantreden.

dinsdag 5 juli 2016

College van Gouda is gevallen

College Gouda (foto: gemeente Gouda)

Op de raadsvergadering van 4 juli jl. heeft wethouder Laura Werger (VVD) haar ontslag als wethouder ingediend. Nadat de VVD vorige week de steun aan de coalitie had ingetrokken restte haar geen andere keuze.
Voor de oppositie ontstond daardoor een nieuwe situatie: in hoeverre was ze bereid om de minderheidscoalitie te steunen of was ze bereid de resterende coalitie aan een meerderheid te helpen.

Na een zorgvuldige afweging heeft de oppositie (incl. de VVD) unaniem gekozen voor een andere variant: formeer een ander college dat kan rekenen op breed draagvlak in de raad en in de samenleving. Deze optie hadden overigens de coalitie partijen ook als mogelijkheid genoemd, maar als minst wenselijk.

Tijdens de raadsvergadering heb ik namens de oppositie de volgende verklaring afgelegd:

Verklaring namens de oppositiepartijen:
ChristenUnie, CDA, SP, SGP, Gouda’s 50+ Partij, PvdD en GBG


Voorzitter,

Vanavond hebben we de verklaring van Laura Werger gehoord, alsmede het verhaal van de Ronald Verkuijl van de VVD. Dit weekend ontvingen wij daarnaast namens de coalitiepartijen een memo van collega Thierry van Vugt met meerdere opties voor de toekomst. Daarnaast heeft het college haar visie op de toekomst gegeven nu ze een minderheidscoalitie vormt.

Voor ons is er een geheel nieuwe situatie ontstaan door het besluit van de VVD om de coalitie niet langer meer te steunen en het besluit van Laura Werger om terug te treden als wethouder.

Door het besluit van de VVD is er nu sprake van een college dat niet meer vanzelfsprekend kan rekenen op een raadsmeerderheid en het college zal bij ieder besluit dat wordt genomen moeten lobbyen voor een raadsmeerderheid.

Deze situatie baart ons grote zorgen omdat de afgelopen jaren is gebleken dat het college moeizaam communiceert zowel naar de raad als extern naar de stad toe. Denk daarbij aan het sociaal domein, PWA Kazerne, wijkteams, Jan van Beaumontstraat en diverse bestemmingsplannen.
Dat geeft weinig vertrouwen naar de toekomst toe als dit gehavende minderheidscollege uitvoering moet geven aan belangrijke dossiers. Het is daarbij de vraag in hoeverre hierin verbetering komt als dit college aangevuld zou worden met Ć©Ć©n of meer partijen.
Bovendien heeft de voltallige oppositie eerder het vertrouwen in dit college al een keer opgezegd.

Daarnaast vinden wij het voor een goed bestuur essentieel dat er sprake is van onderling vertrouwen en een goede verstandhouding, zowel tussen de college leden onderling als tussen college en gemeenteraad en uiteraard niet in de laatste plaats: tussen college en stad.
Voor zover wij dat hebben kunnen waarnemen is hier dikwijls geen sprake van geweest en dat baart ons grote zorgen.

Naar de toekomst toe is onze inzet dat Gouda bestuurd wordt door een college met een open vizier  naar de stad en dat zichtbaar en merkbaar invulling geeft aan een open bestuursstijl.

Om met een schone lei verder te kunnen gaan dienen wij als gezamenlijke oppositiepartijen een motie van wantrouwen in.


Als de motie wordt aangenomen stellen we voor om onder leiding van een externe deskundige, die draagvlak heeft bij zowel de huidige coalitie als oppositie partijen, een verkenning te doen welk college – rekening houdend met de huidige situatie – het beste kan rekenen op een breed draagvlak in de raad en in de samenleving. Deze deskundige dient vervolgens ook als formateur de collegevorming ter hand te nemen.

Daarbij is het van belang dat er tussen de beoogde coalitie partijen sprake is van voldoende onderling vertrouwen en dat de beoogde college leden als een team functioneren en elkaar wat competenties betreft onderling aanvullen en versterken. Inzet daarbij dient te zijn dat de stad een college krijgt waar de inwoners trots op zijn.

Inzet moet zijn dat uiterlijk 15 september er een nieuw college kan aantreden.

ChristenUnie, Theo Krins
CDA, Huibert van Rossum
SP, Lenny Roelofs
SGP, Arjan Versteeg
Gouda’s 50+ Partij, Ed de Lange
Partij voor de Dieren, Corina Kerkmans
GBG, Jan de Koning