zaterdag 30 april 2016

Gluren bij de buren



In januari heeft het college de ‘notitie cameratoezicht’ voor de periode 2016 - 2019 gepresenteerd. Sinds 2004 maakt cameratoezicht deel uit van het straatbeeld van Gouda. Door de jaren heen is het aantal camera’s en locaties toegenomen. In december 2015 telde de gemeente 97 camera’s in het openbaar gebied. Daarnaast hangen er andere camera’s in de stad, maar deze dienen voor andere doelen en baseren zich op andere juridische gronden. 



De ChristenUnie heeft bij de behandeling van deze notitie een innovatieve oplossing aangedragen om het aantal inbraken te verminderen!

Cameratoezicht




Cameratoezicht wordt soms verward met camerabewaking. Bij camerabewaking is het doel de bewaking en beveiliging van personen, goederen, gebouwen en gebieden. Beelden van bewakingscamera’s worden meestal niet rechtstreeks bekeken in een toezichtcentrale. Het belangrijkste doel van bewakingscamera’s is dat er door beelden bewijsmateriaal beschikbaar is na een incident.

Bij cameratoezicht ligt de nadruk op toezicht: er wordt ook naar de beelden gekeken als er geen incident gebeurt. Een belangrijk doel van cameratoezicht is het voorkomen van incidenten. Als zich een incident voordoet is het de bedoeling dat observanten in een meldkamer dit waarnemen en een directe reactie geven bijvoorbeeld door politie, toezichthouders of hulpverleners naar het incident toe te dirigeren, zodat vroegtijdig gehandeld kan worden.

Tijdelijk

Cameratoezicht is een middel aan het einde van de keten. Het wordt - terecht - pas ingezet als regulier toezicht niet werkt en er sprake is van ernstige overlast. Doelstelling is daarbij dat dit toezicht tijdelijk is.
Het inzetten van cameratoezicht is altijd een besluit van de burgemeester, afgestemd met de Driehoek (burgemeester, hoofd van politie, officier van justitie).

Het tijdelijke karakter van camera toezicht is voor de bewoners vaak moeilijk te accepteren. Zij vrezen dat na het weghalen de overlast weer zal terugkeren. In Goverwelle bijvoorbeeld is in de omgeving van de Stadspolderstraat na het weghalen van de camera's sprake van een toename van de overlast. Als dit niet snel verbetert zal de buurt ongetwijfeld eisen dat de camera terugkeert... Het is dus ook belangrijk om heel goed na te denken wanneer en onder welke condities een camera wordt geplaatst en weer wordt weggehaald.
"In Goverwelle, in de omgeving Stadspolderstraat, was er sinds maart 2014 sprake van hinderlijk hangen, vernielingen, baldadigheid en treiteren door een groep van ongeveer 12-14 jongeren in wisselende samenstelling. Diverse maatregelen ter plaatse zijn genomen om de overlast tegen te gaan. Deze hebben echter niet geleid tot beëindiging van de overlast en vernielingen. De overlast en de vernielingen namen ook nog sinds 1 januari 2015 toe. Zo zijn er sinds 1 januari 2015 herhaaldelijke malen vernielingen gepleegd aan de Abri in de woonomgeving en zijn er diverse malen ramen van woningen ingegooid. Deze ordeverstoringen in dit gebied, hadden een dusdanige complexiteit en ernstige omvang, dat het ordelijk verloop van het openbare leven ter plaatse met gebruikmaking van bestaande handhavingsmiddelen in onvoldoende mate kon worden verzekerd. Om deze reden is in het belang van de handhaving van de openbare orde ter plaatse het uitvoeren van cameratoezicht op met name het openbaar gebied in en rond de Stadspolderstraat in de wijk Goverwelle ingezet." 
Wettelijke eisen

Met betrekking tot camera toezicht gelden er een aantal wettelijk eisen:



  • Het wettelijke kader geeft het uitgangspunt dat cameratoezicht proportioneel moet zijn (Evenredig in relatie tot het doel).
  • Er moet duidelijk zijn dat het doel niet op een andere, minder ingrijpende manier kan worden gerealiseerd (het principe van subsidiariteit);
  • De burgemeester c.q. cameratoezichthouders mag alleen cameratoezicht toepassen als dit kenbaar wordt gemaakt.
  • De burgemeester c.q. cameratoezichthouders mag alleen cameratoezicht toepassen op openbare plaatsen en aangewezen plaatsen die openbaar toegankelijk zijn. De gemeente mag niet meekijken in de privéruimte.
  • Cameratoezicht door de burgemeester c.q. cameratoezichthouders mag alleen plaatsvinden voor het handhaven van de openbare orde (inclusief preventie). 
  • Binnen dit kader mag cameratoezicht ook subdoelen dienen zoals opsporing en vervolging. 

Inbraakpreventie

Het college wil rond camera toezicht meer gaan samenwerken met privaat cameratoezicht en in dat kader heb ik namens de fractie van de ChristenUnie gevraagd om na te gaan of het mogelijk is om bij cameratoezicht ook gebruik te maken van beelden van private camera's in de strijd tegen inbraken. De camera's van de gemeente mogen niet gericht zijn op de gevels van de woningen en kunnen daarom ook niet worden gebruikt om inbraken te voorkomen. Het zou mooi zijn als private camera's (middels beelden of een signaal) kunnen worden gekoppeld aan regulier camera toezicht. 
Want dan is het veel beter mogelijk om inbrekers heterdaad te betrappen. Het aantal inbraken in Gouda is nog altijd zorgwekkend en alles moet wat ons betref worden geprobeerd om daar in keer in aan te brengen.
De burgemeester vond dit een waardevol idee en gaat nu onderzoek wat de mogelijkheden zijn. 
Wordt vervolgd!

zaterdag 16 april 2016

Minder inbraken door WhatsApp?

Inbrekers mijden wijken met whatsapp-alarm




© AD.
Woninginbraken komen helaas ook in Gouda veel voor. Een inbraak veroorzaakt niet alleen materiële schade, maar vaak ook emotionele schade. Ben ik nog wel veilig in mijn eigen huis? Kan ik nog wel iemand vertrouwen? Een woninginbraak kan dus een grote impact hebben.
Het is dus van belang dat we met elkaar ervoor zorgen dat de kans op een woninginbraak kleiner wordt en dat we ons veiliger kunnen gaan voelen in Gouda.

Actieplan Veiligheid

"Het aantal woninginbraken is in 2015 hoog geweest in Gouda. In de afgelopen 3 jaar zijn er gemiddeld 638 woninginbraken per jaar gepleegd. Gouda kent daarnaast een hoog woninginbrakenrisico per 1.000 woningen en stond tevens hoog in de AD-misdaadmeter. Woninginbraak is een high impact crime omdat de weerslag op bewoners die hier slachtoffer van worden groot is. Gemeente en politie werken intensief samen in het nemen van maatregelen hiertegen 
De keuze is gemaakt om de Appgroepen in Gouda te stimuleren en de voucherregeling om goed hang-en sluitwerk aan te kunnen schaffen, verder vorm te geven."
(Actieplan Veiligheid) 

Bij het Actieplan Veiligheid voor 2016 kwam het onderwerp inbraken nadrukkelijk aan de orde en het college focust daarbij nadrukkelijk op het bevorderen van WhatsApp groepen, zodat bewoners informatie met elkaar kunnen delen en een melding kan worden gedaan aan elkaar als er verdachte omstandigheden worden gesignaleerd.

WhatsApp

De vraag is in hoeverre WhatsApp nu echt effectief is of vooral een gevoel van veiligheid bevordert.
In Tilburg hebben ze hier uitgebreid ervaring mee opgedaan en uit onderzoek door de Universiteit van Tilburg blijkt dat inbrekers massaal buurten mijden waar bewoners elkaar via Whatsapp waarschuwen.

Volgens de onderzoekers worden inbrekers afgeschrikt door dit fenomeen. Als de (vaak lokale) inbrekers weten dat er een WhatsApp-groep actief is haken ze af. Daarnaast worden bewoners actiever en bellen ze sneller 112 bij verdachte omstandigheden.



Minder inbraken

In de 35 onderzochte buurten in Tilburg daalde het gemiddelde aantal woninginbraken van 60 naar 30 per maand. Voorwaarde voor dit soort resultaten is wel dat er per wijk genoeg mensen meedoen en dat de gemeente de whatsapp-groepen strak coördineert.

Werkwijze

Wie iets verdachts ziet, moet eerst 112 bellen! Daarna stuurt de persoon een beschrijving van de verdachte situatie aan de whatsapp-groep. Andere inwoners kunnen dan reageren. Die berichten worden ook doorgezet naar de politie. Alleen al in Tilburg zijn op die manier zo'n tien inbrekers op heterdaad betrapt of op een later moment aangehouden.

Enthousiast

De Nationale Politie is enthousiast. ,,Niet alleen in Tilburg, maar op meer plekken in het land maken buurtbewoners gebruik van whatsapp-groepen voor de veiligheid in hun wijk," zegt Sybren van der Velden, landelijk coördinator woninginbraken. ,,Deze groepen fungeren als extra ogen en oren in de wijk. Op deze manier kan snel veel informatie worden verzameld die de politie kan helpen bij het sneller opsporen van verdachten."

Gouda

In Gouda zijn er nu zo'n 40 WhatsApp-groepen actief en de gemeente probeert daarin een rol te nemen. Voor mij blijft het tot op heden nog onduidelijk - ondanks diverse vragen daarover - hoe de gemeente dit precies faciliteert en hoe ze bevordert dat er steeds meer deelnemers komen bij de bestaande groepen en nieuwe groepen worden geïnitieerd.

De gemeente mag wat mij betreft hierin veel duidelijker de regie nemen en de coördinatie ter hand nemen! Daarnaast is het een gemiste kans dat meldingen die bewoners doen niet direct naar de politie gaan. 
In Tilburg heeft dit namelijk aantoonbaar gewerkt!

Kortom, mooi dat er zoveel WhatsApp-groepen ontstaan, maar er is nog genoeg werk aan de winkel.

Toezegging

We zijn wel blij dat het college op verzoek van de ChristenUnie heeft toegezegd volgend jaar in beeld te brengen in hoeverre het aantal inbraken in 2016 is verminderd in gebieden waar WhatsApp-groepen actief zijn.

vrijdag 8 april 2016

De doden zijn verstopt


In 2014 heb ik al eens aandacht gevraagd op mijn blog voor de graven in de St.-Janskerk in Gouda. 
Bij het herstel van de fundamenten onder de pilaren van het koor zijn diverse grafkelders tevoorschijn gekomen, met als meest bijzonder vondst het graf van de familie Rietveld.

Publiekstrekker

De verantwoordelijken voor het herstel van deze prachtige kerk hebben er niet voor gekozen - ondanks mijn pleidooi die door meerderen werd gesteund - om één of meerdere graven zichtbaar te laten blijven.
Naar mijn mening zou dit echt een publiekstrekker kunnen zijn, omdat die grafkelders een prachtig stuk historie zijn en het zichtbaar laten blijven hiervan echt een toegevoegde waarde biedt aan deze prachtige kerk.


Melchior Gerard van Rietveld was tussen 1672 en 1700 bestuurder in Gouda. Hij was dijkgraaf bij het Hoogheemraadschap, regent in het Goudse bestuur en vanaf 1695 burgemeester van Gouda. Hij overleed in 1700 en ligt in de St.-Janskerk begraven, samen met zijn twee zoons, zijn vrouw en twee dochters.

Plastic kratje

Deze week was ik in Brugge en het viel me op dat in twee kerken op een prachtige manier oude graven in de kerk zichtbaar zijn gemaakt en het was voor mij wederom een teleurstelling dat in de St.-Janskerk niet voor het zichtbaar laten blijven is gekozen. Met het bericht dat het Hofje van Jongkind (voorlopig?) niet wordt hersteld, zijn dit in mijn ogen twee gemiste kansen om Gouda historisch gezien nieuwe impulsen te geven. 

Nu zijn de botten van de familie Van Rietveld, die eerst in een grafkelder lagen, in een plastic kratje gedaan en moeten ze de nieuwe grafruimte delen met meerdere stadsgenoten...
In een nieuwe grafkelder zijn in totaal vijftig overleden Gouwenaars ondergebracht middels kratjes en dat is het dan. Alle herinneringen aan wat zichtbaar is geweest zijn daarmee onder de grond verdwenen en aan het oog onttrokken.



Brugge

In Brugge hebben ze een ander keuze gemaakt in een tweetal kerken en daarmee delen ze een stuk bijzondere geschiedenis met de vele bezoekers die jaarlijks deze kerken bezoeken.

In de Onze Lieve Vrouwekerk aan de voet van het hoogaltaar zijn onder de praalgraven van Maria van Bourgondië en en haar vader Karel de Stoute, drie graven blootgelegd die rijk beschilderd zijn.
De loden kist in een van de graven (zichtbaar opgesteld) bergt het gebeente van Maria van Bourgondië die in 1482 in Brugge overleed. Een inscriptie duidt aan dat het hart van haar zoon Filips de Schone, vader van Karel V, geborgen is in een apart loden doosje.

Ook in de Sint Salvatorskathedraal zijn diverse (rijk versierde) graven zichtbaar gemaakt.
Ofschoon ik niet op de hoogte ben van alle overwegingen die tot het besluit van het niet zichtbaar laten blijven van de graven in de St.-Janskerk op de hoogte ben, hebben de financiën ongetwijfeld een rol gespeeld. Met dat besluit is wel een bijzonder stuk historie met de botten onder de grond verdwenen.. Jammer!

maandag 4 april 2016

Help, wat moet ik met het referendum over Oekraïne?




Op 6 april mogen we voor het eerst in de Nederlandse geschiedenis onze stem uitbrengen in een raadgevend referendum. Onderwerp: het associatieverdrag met Oekraïne. 
Hieronder staat nuttige informatie over wat u moet weten om woensdag een goede keuze te kunnen maken.

Referendum?

Voor het eerst in de geschiedenis mag u als Nederlandse kiezer uw stem uitbrengen in een ‘raadgevend referendum’ dat tot stand is gekomen uit een burgerinitiatief.
Burgers kunnen een raadgevend referendum aanvragen dankzij de Wet raadgevend referendum (Wrr) die sinds juli 2015 van kracht is. Voorwaarde is wel dat 300.000 handtekeningen worden verzameld.

Waarover stemt u?

Actiegroep GeenPeil, een samenwerking tussen website GeenStijl en Burgercomité-EU en Forum voor Democratie, was de eerste die een referendum aanvroeg en direct met succes. De groep haalde 427.939 geldige handtekeningen op.
De initiatiefnemers kozen ervoor om de wet die het associatieakkoord dat de EU sloot met Oekraïne goedkeurt, ter discussie te stellen. De vraag op het stembiljet luidt:

Bent u voor of tegen de wet tot goedkeuring van de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en Oekraïne?

Wat staat er in dat associatieakkoord?

Het grootste deel van het verdrag gaat over economische samenwerking. Oekraïne belooft in het verdrag dat het zijn handelswetgeving in de komende tien jaar gelijktrekt aan die van de Europese Unie (EU). De bedoeling is dat er uiteindelijk een vrijhandelszone wordt gecreëerd.
Maar er gaan ook 17 pagina’s over politiek. De EU heeft er nooit een geheim van gemaakt dat het Oekraïne graag uit de invloedssfeer van Rusland wil halen. Dit verdrag is daar een belangrijk onderdeel van. Naast een verbeterde economische band wil de EU ook een ‘politieke’ associatie met Oekraïne aangaan. Dit wordt door velen, ook in Brussel, beschouwd als een opstapje naar een toekomstig EU-lidmaatschap.

Het verdrag bevat ook bepalingen over samenwerking op het gebied van buitenland-, veiligheids- en defensiebeleid en over financiële steun waarmee de EU wil bijdragen aan de Oekraïense inspanningen op het gebied van economische hervormingen.

Ook zijn er afspraken gemaakt over mensenrechten- en anti-corruptiebeleid in Oekraïne.
Zulke associatieverdragen heeft de EU al met veel meer landen afgesloten, waaronder kandidaat-lidstaten, potentiële kandidaat-lidstaten en voormalige koloniën van de EU-lidstaten. Zo zijn er associatieverdragen met bijvoorbeeld Noorwegen en IJsland, maar ook met Egypte, Israël en veel landen in Afrika.

Niet zomaar een verdrag dus?

Dat het niet zomaar om een verdrag gaat, zoals Nederland ook sluit met landen als IJsland, geeft het kabinet zelf toe. In de Memorie van Toelichting bij de goedkeuringswet schrijft het kabinet dat het hier om ‘het meest verstrekkende en diepgaande associatieakkoord’ betreft ‘dat werd getekend tussen de EU en een derde land’.

Overigens, de initiatiefnemers zelf hebben in een interview met NRC aangegeven dat het ze niet te doen is om Oekraïne, maar toch vooral om het bewerkstelligen van een ‘Nexit’.  In die zin kan dit referendum dus ook worden beschouwd als een motie van wantrouwen tegen de EU.

Ja-kamp versus Nee-kamp

De afgelopen dagen is er een heuse discussie op gang gekomen in aanloop naar het referendum. Het debat aan de nee-zijde wordt gevoerd door de initiatiefnemers van GeenPeil, het Burgercomité EU en het Forum voor Democratie. Zij noemen het associatieverdrag een stapje in de richting van een EU-lidmaatschap en zeggen dat het verdrag veel Nederlands belastinggeld zal kosten.
Aan de Ja-zijde zitten onder meer regeringspartijen PvdA en VVD en oppositiepartijen D66 en ChristenUnie.
De voorstanders benadrukken dat het verdrag goed is voor de handel tussen Oekraïne en Nederland en een manier om de Russische invloed in Oekraïne te verminderen.

Hoe staat het er nu voor?

Uit een nieuwe peiling van TNS/Nipo, in handen van Elsevier, blijkt dat de tegenstanders van het akkoord hun voorsprong steeds verder uitbreiden: 54 procent is tegen het verdrag, 36 procent is voor, en 10 procent twijfelt nog.

Ook belangrijk is de kiesdrempel van 30 procent: als de opkomst lager is, dan wordt de uitslag ongeldig verklaard. Volgens de peiling is 32 procent van de kiesgerechtigden van plan te gaan stemmen.
Wat vindt Elsevier?
Wat gebeurt er met de uitkomsten van het referendum?

Als de meerderheid van de kiezers in het referendum tegen de nieuwe wet stemt én de opkomst hoger is dan dertig procent, dan moet de regering de wet – en dus het verdrag – opnieuw in overweging nemen en eventueel opnieuw voorleggen aan het parlement. De overheid bepaalt dan opnieuw of het achter het verdrag staat.
Is de opkomst lager dan dertig procent of stemt de meerderheid voor de wet, dan treedt de wet in werking en kan het verdrag worden gesloten. Het verdrag zal in werking treden zodra alle andere EU-landen het verdrag ook goedgekeurd hebben.

Wat vindt de ChristenUnie van het raadgevend referendum als instrument?

Hoewel de ChristenUnie mensen aanspoort om bij elke gelegenheid die zich voordoet haar stem uit te brengen, was de ChristenUnie geen voorstander van de introductie van een raadgevend referendum. Een volksvertegenwoordiger moet zonder bezwaar kunnen stemmen in het parlement en een raadgevend referendum ‘belast’ een volksvertegenwoordiger met een ‘moment-peiling’ onder het volk. Tegelijkertijd is de ChristenUnie van mening dat bij een overdracht van nationale soevereiniteit aan de EU of bij een inperking van democratische bevoegdheden van het nationale parlement sprake zou moeten zijn van een zware toets met een hoge drempel. In dergelijke gevallen kan een raadgevend referendum een dergelijke drempel zijn.

Wat vindt de ChristenUnie van het associatieverdrag?

De ChristenUnie heeft ingestemd met de goedkeuring van het associatieverdrag met Oekraïne omdat goede betrekkingen met landen die grenzen aan de EU belangrijk zijn. De ChristenUnie ziet graag dat Oekraïne als buurland meer gericht wordt op de EU. Daarom hebben we ingestemd met een verdrag dat de samenwerking tussen de EU en Oekraïne op meerdere vlakken verbetert. Dan gaat het niet alleen om economische en politieke samenwerking, maar om ondersteuning op het gebied van mensenrechten- en anti-corruptiebeleid. Op deze manier is er sprake van een win-win situatie die de stabiliteit aan de oostgrenzen van de EU moet verbeteren.

Wil de ChristenUnie dat Oekraïne ook lid wordt van de EU?

Nee, de ChristenUnie ziet het associatieverdrag met Oekraïne nadrukkelijk níet als een stap in de richting van een EU-lidmaatschap. Toetreding van Oekraïne tot de EU is niet aan de orde, dit staat ook niet in het verdrag. 
Het is nu zaak om pas op de plaats te maken met de uitbreiding van de EU. Alleen lopende onderhandelingen met een aantal landen op de Balkan, zoals Albanië, Macedonië, Montenegro en Servië kunnen worden voortgezet. 
Deze landen kunnen alleen toetreden als ze aan de strenge toetredingsvoorwaarden voldoen. De ChristenUnie wil geen nieuwe onderhandelingen starten met andere landen. 
Dus voor Oekraïne geldt: samenwerking ja, toetreding nee

Adviseert de ChristenUnie mij om te gaan stemmen bij het referendum?

Ja, de ChristenUnie vindt het belangrijk dat burgers gebruik maken van hun stemrecht, ook bij referenda.

Wat adviseert de ChristenUnie mij om te stemmen?

De ChristenUnie is zelf vóór het associatieverdrag met Oekraïne onder het motto ‘samenwerking JA, toetreding NEE’.



Met dank aan Elsevier en ChristenUnie

zaterdag 2 april 2016

De waarheid over Hofje van Jongkind



Op 1 april schreef ik een enthousiaste blog over het voorgenomen herstel van het Hofje van Jongkind. Er volgde diverse positieve reacties en dat was logisch. Want het zou inderdaad fantastisch zijn als dit hofje wordt hersteld. 
De datum van deze blog was echter belangrijk, want het hofje zal helaas niet worden hersteld.

In mijn blog op 1 april schreef ik hoe het in mijn ogen had moeten gaan, maar de werkelijkheid is helaas anders omdat het college en de Omgevingsdienst Midden-Holland zich verschuilen achter formele regels. Vele malen heb ik aangedrongen op creativiteit, maar het heeft niet mogen baten.

De werkelijkheid is dat het pand gedeeltelijk wordt hersteld en dat deze werkzaamheden uiterlijk 1 juli 2016 gereed zullen moeten zijn. 
Daarbij zal het achterste deel van de benedenverdieping, waar de muren van de oorspronkelijke hofjes staan, niet in ere worden hersteld, maar als opslagruimtes worden gebruikt. 

Hieronder geef ik een deel van de reactie van het college weer op vragen die wij over het herstel hebben gesteld:

Opslagfunctie

“Het gebruik van de hofjes zal na dit herstelplan hoofdzakelijk beperkt blijven tot opslagfunctie ten behoeve van de winkels. Het herstel van de oorspronkelijke situatie is, hoewel dit hier wellicht gewenst is, niet afdwingbaar. Indien een eigenaar bereid is dit wél te doen, dan behoort dit zeker tot de mogelijkheden en zal dit door de monumentenadviseurs op deskundige wijze worden begeleid. (..)
Reconstructie van of restauratie naar de oorspronkelijke toestand is niet verplicht,
De oorspronkelijke situatie en historisch jongere periodes zijn in principe gelijkwaardig,
Kenmerkende bouwsporen of onderdelen blijven behouden en zichtbaar.”

Is herstel nog mogelijk?

“Dit plan gaat uit van behoud van alle monumentale waarden. De wijzigingen hebben betrekking op het op dit moment door de eigenaar gewenste gebruik. Op deze wijze wordt één grote winkel getransformeerd naar drie kleinere. Mocht in de toekomst een andere gebruikssituatie ontstaan, dan is het altijd mogelijk om en meer passende functie te creëren. In het meest gunstige geval zouden de voormalige hofjeswoningen weer als zodanig in gebruik kunnen worden genomen. Het ligt echter niet binnen de mogelijkheden van Gemeente of ODMH om dit af te dwingen. Onze invloed is beperkt tot het behoud van de waardevolle elementen in monumenten.”

Ook het poortje kan later alsnog worden geplaatst: “Hiermee is in zoverre rekening gehouden dat de mogelijkheid om de “oorspronkelijke perceel indeling” in de toekomst te herstellen volledig in tact blijft, zonder daarbij schade aan het monument te veroorzaken.”

Helaas zal dus het Hofje van Jongkind de komende jaren niet worden hersteld en het is nog maar de vraag of dit in de toekomst ooit nog gaat gebeuren. Een gemiste kans!

AD, 31 maart 2016


vrijdag 1 april 2016

Hofje van Jongkind is gered!


In mei 2013 stond het bestemmingsplan Binnenstad Oost op de agenda en de fractie van de ChristenUnie heeft dat moment benut om aandacht te vragen voor het voormalig pand van Firma Van der Goes in de Zeugstraat dat nu al weer jaren leegstaat en nog restanten bevat van een oud hofje, Het Hofje van Jongkind

De binnenplaats van dit pand is nu bedekt met een plat plastic dak en de woningen die om de binnenplaats liggen, zijn leeg en dienen als opslag.
Het pand is op dit moment in handen van een Utrechts ontwikkelingsmaatschappij en het zou heel mooi zijn als het hofje weer in ere wordt hersteld. Dat laatste lijkt nu te gaan lukken!

Concreet plan

Op dit moment ligt er een concreet plan om het pand te gaan herstellen en er drie kleine winkels in te gaan vestigen. Het is een goede zaak dat de gevel grondig wordt aangepakt, want het pand ziet er nu werkelijk niet uit.
Het plan voorzag echter niet in het herstel van hofjes en daarmee dreigde een historische kans verloren te gaan...

Onze fractie heeft er daarom opnieuw bij het college op aangedrongen om niet alleen de gevel en de bovenverdiepingen te herstellen, maar ook de hofjes zelf.

Last onder dwangsom

Bij inspectie op 12 januari 2015 is door de ODMH geconstateerd dat er bij dit pand sprake is van een ernstige situatie die ingrijpen rechtvaardigt. De ODMH heeft op 14 april 2015 daarom een aanschrijving met last onder dwangsom laten uitgaan op alles wat verband houdt met ernstig achterstallig onderhoud. Dit betreft het gehele pand (!) inclusief de bovenwoningen en de eerste verdieping van het hofje (inclusief kappen, daken en buitengevels). De eigenaar van het pand is op basis daarvan verplicht om uiterlijk 1 juli 2016 al het achterstallig onderhoud weg te werken. Als het achterstallig onderhoud is weggewerkt komt de volgende fase aanbod: herstel van de toegang naar de hofjes en het gaan realiseren van twee kleine winkels links en rechts van het pand. De toegangspoort die nu nog bij de museumtuin van het Verzetsmuseum staat zal weer in de gevel worden geplaatst.
Verwarring
Aanvankelijk leek het erop dat de eigenaar alleen de bovenverdiepingen en de voorgevel moest opknappen, maar navraag leerde dat ook de beneden verdieping inclusief de hofjes moeten worden hersteld. Het college ziet de huidige situatie, waarin sprake is van ernstige verwaarlozing van dit pand, een unieke kans om het herstel af te dwingen en heeft – mede door ons aandringen – uiteindelijk doortastend opgetreden richting de eigenaar.
Herstel
De monumenteninspecteurs van de Omgevingsdienst (ODMH) zorgen ervoor dat dit werk volgens de omgevingsvergunning wordt uitgevoerd en dat de onderdelen met monumentale waarde volgens de oorspronkelijke tekeningen worden hersteld. Ook zullen onderdelen van het pand moeten worden vervangen, waaronder de zinken dakgoten en dakpannen. Panlatten en tengels worden nagezien en waar nodig vernieuwd en/of opnieuw vastgenageld. Enkele spanten, muurplaten en gordingen zullen in verband met houtrot hersteld worden. Het voeg- en metselwerk in de gevels zal ook nagezien en waar nodig hersteld worden.

Het is bijzonder verheugend dat naar verwachting eind 2016 Gouda er weer een prachtig hofje bij heeft!